“Ik heb altijd met hart en ziel gewerkt in de zorg, maar naarmate ik ouder werd, merkte ik dat mijn lichaam begon te protesteren. Toen ik een kleine veertig jaar geleden begon te werken, waren er nog niet zoveel hulpmiddelen als nu. De laatste jaren stond ik op een woongroep voor mensen met lichamelijke klachten. Dat werd me gewoon te zwaar. Als ik op een of andere manier verbonden wilde blijven met de zorg, moest er toch iets veranderen. En dus begon ik de vacatures nauwlettend bij te houden.
Gelukkig is SVRZ een grote organisatie met veel mogelijkheden en toen ik een vacature voor kwaliteitsmedewerker zag, greep ik mijn kans. Als zorgmedewerker was ik een aantal jaar lid geweest van de werkgroep voor kwaliteitsaudits. Ik had interne audits gedaan en externe audits voorbereid, dus kwaliteit had mijn interesse. Natuurlijk vond ik het in het begin wel spannend: als ik maar niet de hele dag dossiers zou moeten screenen. Maar mijn werk is alles behalve dat. Ik ondersteun teams en medewerkers om de kwaliteit van de cliëntendossiers te blijven verbeteren en geef presentaties en trainingen en werk op veel verschillende locaties.
Ik was zo’n anderhalf jaar werkzaam in deze rol toen corona uitbrak. Natuurlijk is het een overmachtssituatie, maar ik voelde me toch schuldig. We moesten vanuit huis werken, maar daarmee was een groot deel van mijn werk komen te vervallen. De eerste week was dat nog wel okay, maar al snel voelde het niet goed. Ik wist hoe druk mijn collega’s het op de werkvloer hadden. En dus berichtte ik mijn leidinggevende dat hij me maar moest bellen als ik op een locatie meer van dienst zou kunnen zijn. Niet lang daarna was er een uitbraak van corona op een van de SVRZ locaties. Er waren personeelsleden uitgevallen en dus kreeg ik de vraag of mijn aanbod nog altijd gold. Ik heb geen moment getwijfeld en heb toegezegd.
En zo reed ik de zondag erop om half zeven van huis, op weg naar een cohortafdeling: een afdeling waar cliënten in isolatie verzorgd worden. Onderweg schoot er van alles door me heen. Waar ga ik naartoe? Wat ga ik aantreffen? Ik zal het toch niet verleerd zijn? Bij de deur werd ik opgevangen door een aardige vrouw die daar een dag voor mij was begonnen. Ook zij had lange tijd in de zorg gewerkt en was nu tijdelijk teruggekeerd omdat haar pedicure- en massagepraktijk gesloten was. Ze leidde me door de omkleedprocedure en legde me de eerste protocollen uit.
Eenmaal in de woning voelde het als vanouds. Corona is natuurlijk nieuw voor me, maar in al die jaren dat ik als verzorgende heb gewerkt, heb ik wel te maken gehad met situaties van besmettingen. Helemaal vreemd was deze setting dus niet voor me. Ik voel gelukkig geen angst voor corona. Voor mijn gevoel ben ik hier veiliger dan waar dan ook. Ik ben helemaal ingepakt en iedereen houdt zich strikt aan de veiligheidsvoorschriften. Als je naar de supermarkt gaat, loop je meer risico.
De stap terug naar de werkvloer heeft me veel gebracht. We leven nu in een uitzonderlijke situatie en ik ben dankbaar dat ik hier deel van kan uitmaken. Dankzij deze ervaring kan ik toch iets bijdragen en iets betekenen voor een ander. Dat is toch die kick van het zorgen voor. Er woont hier bijvoorbeeld een cliënt van bijna 100 jaar. Van de week kreeg hij raambezoek van een van z’n kinderen. Als je de blijdschap van de cliënt ziet, wanneer hij een bekend gezicht voor het raam ziet verschijnen. Die mimiek… daar doe ik het voor!”
Door de maatregelen rond COVID-19 had ik ineens weinig werk, terwijl er op de locaties genoeg te doen was. Dat voelde echt niet goed.Jean-Pierre François