Het kan je zomaar overkomen, tijdens je werk verzorg je iedere cliënt zo goed mogelijk. Iedereen krijgt dezelfde zorg en aandacht, maar soms.. loopt iemand zomaar je hart binnen en komt die er nooit meer uit. Marjolein Sponselee neemt ons mee in deze persoonlijke ervaring.
Dit schreef ik gisteren.. 6.00 u. Een paar jaar geleden nam ik me voor dat ik het niet nog eens zou laten gebeuren. Het kwam allemaal door één dametje. Ze liep zonder pardon mijn hart binnen! Ze is er nooit meer uit gegaan. En ik mis haar nog steeds, ondanks dat ze er al een paar jaar niet meer is.
Maar dat ging me dus niet nog eens gebeuren! Ik moest gewoon die professionele verzorgende zijn. Gewoon mijn werk daar laten waar het hoorde; op mijn werk en niet meer in mijn gedachten als ik thuis was. Liefdevol de zorg uitvoeren, maar ook voldoende afstand bewaren en loslaten.
We zijn nu een aantal jaar verder en het ging me best goed af. Tot ik dit dametje ontmoette. Een bijdehante tante om het zo maar te zeggen. Maar al snel hadden we een klik. En heel voorzichtig liep ze om mijn zorgvuldig opgebouwde “zusters-muurtje” heen. Terwijl ik voor haar zorg, zorgt ze regelmatig op haar manier voor mij. “Je ziet zo witjes, slaap je wel goed? Voldoende fruit eten hoor. Mandarijntjes, die zijn zo lekker” of “Kom eens hier met die droge earms van joe, die moet je insmeren hoor!” Terwijl ik in mijn blauwe pak met mondkapje bij haar sta vraagt ze “Wanneer ben je nu eens vrij? Ik zie je heel graag hoor. Maar jullie werken zo hard nu en met zo’n kleintje thuis. Een dagje rust mag ook wel eens.” Wanneer ze het moeilijk heeft hou ik haar hand vast met mij handschoen-hand en kijken we elkaar even aan. “Het is alweer over hoor” zegt ze “Dankjewel, je bent zo lief”.
Straks moet ik haar gaan vertellen dat ik een weekje vakantie heb. Tenminste.. als dat haalbaar is in verband met de drukte rondom het coronavirus. Lastig, want ik weet dat ze me gaat missen. En ik haar..