Eten zoals thuis

Al bijna twee jaar lang probeert Betyna van het eten op haar afdeling in Ten Anker een feestje te maken. Elke dag weer. ‘Het begint al met het bedenken wat op tafel komt. Zelf heb je ideeën, maar ook de bewoners vertellen wat hen lekker lijkt. Sommigen helpen met schillen, wassen, roeren en snijden. En meestal gaat iemand aan de slag met het dekken van de tafel. Net als thuis. Het is toch echt wat anders dan zo’n ziekenhuiskar die met dienbladen komt binnen­rijden.’

Horeca-ervaring

Met haar horeca-ervaring gaat Betyna van Loon drie jaar geleden bij SVRZ Tholen werken. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Een korte periode in de centrale keuken. Daarna als voe­dingsassistent een paar uurtjes per dag koken op een van de afdelingen. En nu medewerker Wonen, nieuwe stijl. Allemaal stapjes vooruit in het belang van de cliënt, zo vindt ze. Ontbijt, koffie, thee, gezelligheid, aandacht en – natuur­lijk – het dagelijkse koken. ‘Je bent heel direct bezig met de mensen die hier wonen en voor wie het laatste stuk van hun leven goed en plezierig moet zijn. In het begin was het voor mij wel even wennen. Het is toch heel anders dan achter de muren van een keuken grote hoeveelheden maaltijden klaar­maken. Behoorlijk onpersoonlijk.’

‘Nu doe je het veel meer samen. Je weet ook wat de bewoners lekker vinden of een hekel aan hebben. Daar houd je dan zoveel mogelijk rekening mee bij het koken. Net zo goed als je heel precies de dieetwensen in de gaten houdt. Ook is het nu veel makkelijker om lekker salades op tafel te zetten. De ene keer in een klein bakje, dan andere keer in een gezellige, grote kom. Daar leenden die karren met warmhoud-bakken zich niet echt voor.’

Wortelsoep?

Liesbeth de Klerck is persoonlijk begeleider in Ten Anker. Ze is een fan van het koken in de keuken bij gezamenlijke woonkamer. ‘Het prikkelt. Letterlijk en figuurlijk. In de gang komt de lekkere geur je al tegemoet. Soms maakt die herinneringen wakker. En onze bewoners worden uitgenodigd mee te doen. Niks moet, veel mag. Ze zijn bezig, ook lichamelijk. En ze maken kennis met nieuwe gerechten. Natuurlijk is er de vertrouwde Hollandse pot, maar soms ook wat exotisch. Wortelsoep? Jakkes, nooit gehad! En dan blijkt de boer toch te eten wat hij niet kent. Lekker, zeggen ze dan achteraf.

Het eten zien klaarmaken en het dan samen opeten voelt meteen al gezelliger. En wie liever op de eigen kamer eet, krijgt het daar voorge­schoteld.’

Betyna van Loon heeft haar draai gevonden. ‘Ze vinden best veel lekker. Ook dingen die ze niet gewend waren. Op een warme dag water met munt en citroen en sinaasappel. Of allemaal kleine hapjes, in plaats van soep, aardappelen en groenten. En op pizza hoefden ze vroeger niet te rekenen. Het is leuk om mensen even over de drempel te helpen. Zo at een mevrouw haar halve leven enkel een gehaktbal en wat tomaat. Elke dag weer. Ik ben begonnen wat anders op het bord erbij te leggen en zei dat ze dat maar eens moest proeven. Dat deed ze eerst met lange tanden, maar daarna at ze alles. Ik zei tegen haar dat ze er goed uitzag en dat het kwam door de vitamientjes. Gniffelend meldde ze, dat ze braaf naar me luisterde. Leuk toch….? Als zo’n bewoner dan tevreden van achter d’r rollator roept dat het lekker was, is mijn dag goed. ‘