“Ik ben in 1972 gestart in Poelwijck in ’s-Heer Arendskerke. Ik had een opleiding gevolgd voor verzorgende beroepen, dus werken in een bejaardenhuis was een logische keuze. Ik had in de krant gezien dat ze mensen zochten bij Poelwijck. Ik mocht op gesprek komen bij de directrice en niet veel later startte ik daar, op mijn zestiende.

Contact met mensen geeft werkplezier

Ik werkte eerst als bejaardenhelpende, zo noemden we dat toen. Later kwam er een plekje vrij in de keuken van Poelwijck. Na de fusie tussen Stichting Poelwijck De Kraayert en SVRZ in 2009, ben ik in de keuken van SVRZ Ter Valcke gaan werken. Poelwijck had geen restaurant of grand café, maar Ter Valcke wel. Die overgang vond ik hartstikke mooi. Ineens kon ik een praatje maken met de cliënten en leerde ik de mensen kennen. Op een gegeven moment kende ik iedereen zo goed, dat ik zonder te vragen wist wat ze wilden eten of drinken. Ja, het contact met de mensen is wat ervoor gezorgd heeft dat mijn batterij steeds vol bleef. De cliënten zijn voor mij een soort familie geworden. Ik zal ze zeker missen als ik straks met pensioen ga. Maar ik kijk ook wel uit naar de vrijheid die ik zal hebben. In mijn vrije tijd geniet ik ervan om te fietsen. Lekker ontspannend vind ik dat. Daar krijg ik binnenkort meer tijd voor. Bovendien kan ik ook vaker leuke dingen doen met mijn neefjes en nichtjes.

Veel veranderingen, maar de liefde bleef

In de jaren zeventig spraken we nog van bejaardenhuizen. De bewoners waren vitaal en konden bijna alles zelf. Dat is tegenwoordig wel anders. Dankzij innovaties als de tillift is de fysieke belasting minder geworden en is het werk wat veranderd. Dat zie je ook in de keuken. Vroeger moesten we de gerechten afwegen met zo’n balansweegschaal. Door gewichtjes op de schaal te plaatsen, bepaalden we het gewicht. Dat kun je je nu misschien niet meer voorstellen, maar dat was toen gewoon de standaard. Ik vond het gewoon fijn als ik een mooi gerecht op tafel kon zetten. Ja, in de afgelopen vijftig jaar heb ik veel zien veranderen. Locaties zijn gegroeid, de zorgvraag van bewoners is veranderd, bestuurders kwamen en gingen weer. Maar de liefde voor mijn werk is altijd hetzelfde gebleven.

SVRZ – mijn tweede thuis

In al die jaren is er geen moment geweest dat ik erover heb gedacht om een andere baan te zoeken. Zelfs niet om minder te gaan werken. Ik werk nog altijd 36 uur per week. Dat is best veel, maar ja, ik heb geen klachten, ik werk met plezier en ik voel me goed, dus waarom niet? SVRZ is mijn tweede thuis. Ik ken hier iedereen, het is gezellig, ik heb aanspraak. Beter kan ik het niet hebben.

Ik weet nog dat ik Rien Heijboer tegen het lijf liep in Ter Valcke. Hij was toen net bestuurder geworden van SVRZ, maar ik kende hem nog uit de tijd dat hij directeur was van Poelwijck. “Hee, jij hier?” zei hij tegen mij. “Ja, jij bent hier toch ook.” En daar moesten we enorm om lachen. Dat soort contacten, die maken het werken bij SVRZ voor mij zo speciaal.

In al die jaren heb ik er nooit over gedacht een andere baan te zoeken.
Janny Verton